Goeden Vrijdag

Goeden Vrijdag

 

De wereld wijst de liefde aan,

Beschuldigd haar, van ’t geen zij zelf draagt.

Hoewel zij het licht niet kan ontgaan,

Is het immer toch den dood, waarnaar zij strijdend vraagt.

 

De wereld kent de liefde niet,

Miskent het licht, de zonnekracht, het eindeloze leven.

En heeft geen eeuwigheids verschiet,

’t Is immer weer den dood, waarnaar zij steeds zal streven.

 

De wereld mist het liefde vuur,

’t Geen eindeloos mint, vergeeft en steeds zal schragen.

En zal aan ’t eind, in ’t stervens uur,

Om ’t geen zij had, wijl niet gekend, wanhopig vragen.

 

De wereld haat het liefde kind,

De mens mint en geeft, waar men hem vraagt,

Zij is het, die hem immer bindt,

Zijn einde eischt, en zoo langs ’t kruispad jaagt.

 

De wereld wil des liefdes dood,

Zij haat, veracht, miskent, vervolgt in in al haar streven.

En als liefde geest de vorm ontvlood,

Verlost zij ’t al en brengt het in haar ideaal, in ’t eeuwig durend leven.

 

Willem Bosch

1898-1946

 

Copyright