Twee brieven uit Westerbork

Op 7 september werd, na het uitdelen van de zakdoekjes, op alle scholen in Nederland en in elke klas en op hetzelfde uur begonnen met het voorlezen van Twee Brieven uit Westerbork van Etty Hillesum. De 65 bladzijden werden in een ochtend- en middagsessie in een paar uur opgediend door de leraar van dienst.

De wet, die door een meerderheid in de Tweede Kamer werd aangenomen, verplicht elke school in Nederland, geen enkele uitgezonderd om welke reden dan ook, om naast het voorlezen van het boekje er tevens opnames van te maken en die binnen drie dagen op te sturen naar het Ministerie van Binnenlandse zaken. Op niet naleven van de wet staan zware sancties, tot en met sluiting van scholen en ontslag van bestuurders.

De wiskunde- en biologieles maken voor één dag plaats voor een geschiedenisles die de leerlingen hun hele leven nooit meer zullen vergeten.

In twee lange brieven beschreef Etty Hillesum aan haar vrienden het leven in doorgangskamp Westerbork. Ze geven een zeldzaam beklemmend en indringend beeld van wat zich binnen de prikkeldraadomheining afspeelde: dramatisch, kleurrijk, bitter, intens staat er op de achterkant van het kleine, sprakeloosheid makende, boekje.

Het voorwoord van Kitty Herweijer begint met het volgende citaat: “Men schaamt zich, dat men er bij heeft gestaan en het niet heeft kunnen verhinderen.”

Misschien kunnen de nu twijfelende bestuurders en professoren van onze universiteiten de volgende passage uit de brieven van Etty Hillesum even tot zich nemen.

“Een jong meisje roept me. Ze zit kaarsrecht overeind in haar bed met wijd opengesperde ogen. Het is een meisje met dunne polsen en een doorschijnend smal gezichtje. Ze is gedeeltelijk verlamd, ze was juist weer begonnen opnieuw te leren lopen, tussen twee verpleegsters in, voetje voor voetje. ‘Heb je het gehoord, ik moet weg’, fluistert ze. ‘Wat, moet jíj weg?’ We kijken elkaar een poosje sprakeloos aan. Ze heeft helemaal geen gezichtje meer, ze heeft alleen maar ogen. Eindelijk zegt ze met een effen grauw stemmetje: ‘En zo jammer hè, dat nu alles, wat je in je leven geleerd hebt, nu voor niets geweest is’ en ‘wat is het toch moeilijk om dood te gaan hè?’

Etty Hillesum werd op 7 september 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Samen met haar ouders en broer Mischa.

reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *