Zonsopgang
Het leven lacht bij ’t zonnegloren
Als purpergloed de nacht vervaagt.
De lichtstrijd weer opnieuw geboren
En manenacht een weil verjaagt.
’t Is schijn dat zonne uit een ruste
Te voorschijn treed in gouden pracht.
En schemering in slaap haar kuste
Voor werkloosheid der gansche nacht
In waarheid zijn haar gouden stralen
Voor immer werkzaam in het zijn
Verrijzing, is haar nederdalen
Hier duisternis, daar zonneschijn.
Willem Bosch
1898-1946