Alleen dan!
Al hoort ge duizend schoone woorden
Weerklinken in de levensschool,
Al hoort ge de liefelijkste accoorden
Door ’s meesters hand, uit de viool.
Al ruikt ge ook de fijnste geuren
Uit ’s werelds schoone bloemengaard
Al ziet ge liefelijke kleuren
Vereenigd hier op onze aard.
Dan nog zult ge niet kunnen stijgen
Naar de oorsprong van die liefelijkheid,
Daarmee zult ge nooit kennis krijgen
Van de verborgen eeuwigheid.
Maar als ge u geheel kunt geven
En het niet noemt Uw sentiment,
In liefde voor geheel het leven
Als ge daar geen verschil in kent.
Dan bent ge in U zelf geborgen,
Dan bent ge van de aard bevrijd,
Dan ligt het heden ook in morgen
En tevens in de eeuwigheid.