Wij zijn oranje

Wij zijn oranje

In een reclame is het voor iedereen herkenbaar en wervend om het karakter van ons als Nederlander te portretteren; 15 miljoen Nederlanders die zich geen wetten laten voorschrijven, van Basten scoort, en wij zijn oranje.

Wat is dat nou, oranje? Volgens mij is dat; uit je dak gaan als je de finale haalt, maar vergeet ‘m te winnen. Als het Nederlands elftal weer eens tweede wordt op een WK, rukt heel Nederland uit om het massaal te vieren. Maar voor de buitenwacht bleef oranje de kleur van het land dat nooit wereldkampioen werd. Oranje is de kleur van een sprintploeg die zesde wordt op de Olympische Spelen, maar genomineerd wordt voor sportploeg van het jaar. Dan win je vervolgens weer niet, maar viert wel uitzinnig je nominatie. Trots en blij zijn we met zijn allen. En natuurlijk word je weggehoond als je weer terug wil naar die VOC mentaliteit. Balkenende wilde ooit een punt maken en Nederland weer een leidende rol geven, maar wat een sukkelige peptalk gaf hij destijds in de Tweede Kamer. Hoezo leidende rol en een voorbeeld nemen? Even los van alle heisa over de wandaden van de VOC, maar ging die VOC niet failliet? Op een haar na sprak de wereld Nederlands en was New York en de rest van de VS van Nederland. Onze handelsgeest dan? Voor een appel en ei werd New York ooit verkocht. Hoezo slimme handelaar die Nederlander?

“Tweede”. Waarom bleef Zoetemelk elke Ronde van Frankrijk in het wiel hangen van de nummer één in het klassement. Het Zoetemelksyndroom heet dat dan in Nederland; eeuwige tweede. Overigens wel vreemd, want hij won de Tour. Dus; hoezo eeuwige tweede? Oké, hij won een beetje tegen wil en dank omdat de leider in de gele trui plots uitviel. Hij had best wat geluk, want een willekeurige ploegmaat had hem nog wel uit het geel kunnen rijden. Het Zoetemelk syndroom, nooit herstelde hij deze dubieuze reputatie. Ook nadat hij per ongeluk op kop kwam te liggen in de eindstrijd om het Wereldkampioenschap op de weg en met schijnbare overmacht won, hielp dat niet om van het predicaat af te komen. Het zag er wel erg gemakkelijk uit en waarom reed niemand achter hem aan? En; wat een sukkel dat hij dat niet altijd deed, gewoon wegrijden! Zo nivellerend gaan wij met onze ‘helden’ om.

Ik zie de tv beelden nog goed voor me hoe de schaatser Jochem Uitenhage na de één na laatste rit de koppositie in het klassement innam. Eén paar schaatsers echter zou nog rijden in de allesbeslissende laatste rit. Helaas voor Jochem, ging het sneller en verloor hij een gouden plak. De tv camera zoemde in en registreerde dat hij als een gek stond te juichen. Plaatsvervangende schaamte. Had hij het soms nog niet begrepen? Jawel hoor, want wat bleek; hij werd gedurende die laatste rit volledig in beslag genomen door de vraag of hij misschien derde had kunnen worden in plaats van tweede en was nu uitzinnig blij met zijn zilveren medaille. En ik maar denken dat een sportman moet balen als je geen goud wint. (en steek die zilveren plak maar in je….. ) Voor de beeldvorming, maar ook om je aspiratie duidelijk te maken zou het beter geweest zijn om te uiten dat je ziek bent van die ***tweede plek.

Hoe moet het dan, Oranje zijn?

Een finale verliezen en dan doodleuk beweren dat er belangrijkere zaken zijn dan voetbal? Was het niet gewoon maar een spelletje? Halen we voortaan gewoon onze schouders op als we weer eens tweede worden bij het WK voetbal? Zijn we nu eenmaal een nuchter volkje? En is dat dan oranje? Prima, en laten we dus eens ophouden met dat overdreven achterlijke gedoe als je niet de eerste bent geworden. Laten we ook maar helemaal niet meer mee doen aan zo’n Songfestival? Anouk wordt hoogstens jubelend tweede, laat maar.