Bijkomen met Komrij

Soms ben ik aan de vlijmscherpe pen van Gerrit Komrij toe. Helaas leeft deze geweldenaar niet meer. Hij zou er wel raad mee weten. Al die verontwaardigde mensen en al die domheid als het om geschiedenis en cultuur gaat. Al die wegkruipers en meelopers die alles zouden doen om hun eigen geluk maar niet te verliezen. Komrij zou elke dag een meesterwerk kunnen afleveren. Na de moord op Fortuyn zette hij deze vast zonder correctie in een keer op papier. 

De zittende politicus

Hij heeft nog nooit gedanst. Hij kent zijn doel.
Nog nooit is op zijn vale klerkensmoel
Zomaar een lach verschenen, maar die nacht,
Nadat de gek de nar had omgebracht,
Kroop hij zijn bed uit, glimmend van de pret,
En maakte hij onbespied een pirouette.
Dank, dank, riep hij, het monster is geveld.
Hij oefende het woord ‘geschokt’ voor morgen
En sliep als twintig ossen kunnen slapen.
Straks is hij, voor de camera, vol zorgen.
Natuurlijk is hij zwaar tegen geweld.
Daar klinkt verdomd weer zijn belegen lied.
Hij loopt op straat, ondragelijk rechtschapen,
En ziet nog steeds het echte monster niet.